Geofictie Wiki
Advertisement
Fleje3

Fleje is het zuidelijkste eiland van de provincie Nordoage. Het ligt in de Noordzee, ongeveer tussen Nordoage en Lense in. Op het eiland wonen zo'n 8.000 mensen.

Geschiedenis[]

Archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat Fleje al voor het begin van de jaartelling bewoond was, maar in de vroege middeleeuwen was het eiland door die oorspronkelijke bewoners verlaten. De Vikingen vestigden zich er. Bestuurlijk kwam het, net als Nordoage, onder Noorwegen te vallen. Het Islar Lang was Deens. Toen in de 10e eeuw Nordoage bij Denemarken gevoegd werd gebeurde dat automatisch ook met Fleje. Hoewel de samenvoeging van Nordoage en het Islar Lang als het begin van de Isselse staat telt - uiteindelijk zouden de eilanden loskomen van Denemarken en een onafhankelijk koninkrijk worden - bleef de bevolking van Fleje overwegend Deens. Pas na de zestiende eeuw begon Fleje verder te "verisselsen" en verdween ook de Deense taal.

Fleje was in vroeger tijden geen heel aantrekkelijk oord. Het was er winderig, extreem regenachtig en de grond leverde weinig op. De bevolking leefde er van de walvisvangst en van de schapenhouderij. Alleen in het zuiden waren de kusten vlak genoeg om er een haven aan te leggen. Dit werd Jónshefa. Rond Jónshefa werden bossen aangeplant, om het tekort aan bouwmaterialen op te lossen en om de bevolking een minder eenzijdig dieet te verschaffen.

Tegenwoordig is Fleje een geliefd reisdoel voor avontuurlijke toeristen, om de indrukwekkende landschappen die er op korte afstand van elkaar liggen. Op het eiland leven veel verschillende vogels. Het toerisme is een bron van inkomsten voor de bevolking. Toch is de werkgelegenheid er nog steeds beperkt en trekken veel jongeren weg.

Landschap[]

Fleje2

Fleje is beroemd om z'n schitterende, ruige landschappen. De associatie met Nordoage is er vanzelfsprekend meteen, maar Nordoage is veel uitgestrekter: op Fleje vind je de landschappen juist dicht bij elkaar. De hoogteverschillen zijn aanzienlijk: het hoogste punt ligt 378 meter boven zeeniveau. Kleine riviertjes hebben over het hele eiland nauwe dalen en kloven uitgesleten. Er zijn watervallen, steile berghellingen, kale vlaktes en heuse maanlandschappen.

De bewoning heeft zich geconcentreerd op de zuidpunt van het eiland, in het kleine stadje Jónshefa. Het plaatsje heeft één oude straat, de Gád, en verder nieuwbouw in een los verkavelingspatroon. Er zijn enkele woonwijkjes. Ook is er in Jónshefa een middelbare school en een klein ziekenhuis. In Jónshefa wonen zo'n 4000 mensen, de helft van de totale bevolking van Fleje. Rond Jónshefa liggen nog enkele kleinere dorpen. De rest van de bebouwing staat verspreid in het land.

Verkeer en vervoer[]

Fleje1

Fleje is zeer perifeer. Er is een kleine luchthaven met een korte landingsbaan, die vooral wordt gebruikt voor noodvluchten. Voor recreatie is het luchtruim boven Fleje eigenlijk nauwelijks geschikt: het weer is er meestal zo beroerd dat parachutespringen of zweefvliegen onmogelijk is. De verbindingen met de rest van Issel worden hoofdzakelijk verzorgd door de verschillende veerdiensten. Alle veerboten nemen ook auto's mee, al is het autoverkeer op Fleje beperkt.

Veer: Jónshefa-Marshefa[]

Deze veerdienst gaat het hele jaar door twee keer dag en is de frequentste veerdienst van Fleje. Er is een ochtendboot, die 's middags weer uit Marshefa terugkeert, en er is een middagboot, die 's avonds terugkeert.

Veer: Jónshefa-Niklasheim[]

Naar Niklasheim gaat iedere dag een boot die ook dezelfde dag weer terugkomt op Jónshefa.

Veer: Jónshefa-Kallang[]

Naar Kallang gaat drie keer per week een boot, op maandag, donderdag en zaterdag. In de zomermaanden vaart deze boot zelfs zes keer per week (alle dagen behalve zondag).

Vervoer op Fleje zelf[]

Op Fleje is geen openbaar vervoer, maar op afroep rijden er goedkope taxibusjes die worden gesubsidieerd en daardoor betaalbaar zijn.

Dialect[]

Tot het einde van de middeleeuwen werd er op Fleje Deens gesproken. Het Deens is er inmiddels verdwenen en vervangen door een Issels dialect, maar veel veldnamen komen nog uit het Deens en ook het lokale dialect gebruikt nog altijd Deense woorden, vooral om de landschapskenmerken te omschrijven. Ook de naam van de oude straat in Jónshefa, Gád, komt nog uit het Deens en betekent "straat" (Modern Deens: gade). Op Fleje wordt geen Wargisch gesproken.

Advertisement